"Ik ontleen mijn beelden aan alledaagse objecten waarvan de houding op zich of de verhouding tot de omgeving mij treft. Door de plaatsing van vormen ten opzichte van elkaar en het naderhand bepaalde kader van het schilderij, is er een opgeslagen spanning: het wekt de suggestie dat de vormen van positie kunnen veranderen.
In een schilderij zijn de ruimtelijke illusie en de sporen van de fysieke handeling van het schilderen tegelijk zichtbaar in zijn eenvoud als schildergebaar en zijn bestaan als iets anders."